![]() |
Ik herinner mij de zure rooklucht uit haar mond en de zwarte neusgaten. |
Ik heb het over mijn handenarbeid-juf op de huishoudschool. Ze was al wat ouder, ergens in de 50. Misschien was ze 40, in mijn beleving was ze oud. Ze hing altijd een beetje over me heen als ze kwam uitleggen hoe we stokjes moesten haken.
Iedereen rookte
Toen ik jong was rookte iedereen: De dokter, de leraren, de kassajuffrouw en de tandarts. Iedereen had een peuk in zijn hand. Overal waar je binnenkwam, hing een bedompte rooklucht. Mijn moeder kocht speciaal voor familieleden hun merk als er een verjaardag was.
Ik hoor mijn moeder nog roepen in Albert Heijn: ‘Henk, heb je een pakkie Camel voor Lidy meegenomen'? Dat werd dan in glaasjes op tafel gezet, naast de pinda’s en de pepsels. Later kocht mijn moeder een sigarettenhouder. Als je die opendeed, kwamen de sigaretten gesorteerd tevoorschijn.
De huiskamer stond altijd blauw van de rook bij ons thuis. Behalve in de slaapkamers, daar mocht niet gerookt worden.
Geruchten
Totdat er in de jaren 80 geruchten kwamen dat roken slecht zou zijn. Nou, wij lachten het hardst. 'Hoezo slecht? Wat lullen ze nou? Nu is roken ineens slecht? Ik ken iemand die rookte als een ketter en die is 85 geworden. En hij zoop er ook nog bij. En Frits, die nog nooit heeft gerookt, lag in één keer dood op de grond. Hij was 58, dus schei nou toch uit met dat slecht! En trouwens, dood gaan we allemaal.’
Dat was ons antwoord op het zogenaamde slechte roken. Ons waren wij en de rest van de buurt. We rookten er geen sigaret minder om. Stoppen? Wij niet! Dat was iets voor de alternatievelingen!
De stoppers
In der loop der jaren kwam ik steeds vaker ex-rokers tegen. Het leek wel een plaag. Ze liepen te zeuren als je alleen al naar een sigaret wees! Ze hadden tegeltjes aan de muur met antirookspreuken en ze gingen sporten. ‘Vroeger was ie niet vooruit te branden! Moet je hem nu zien rennen in z’n joggingpak,‘ zei ik venijnig tegen een vriendin die er ook nog eentje gretig opstak.
Mijn moeder
En toen ging mijn moeder stoppen! In 1985. Wát!? Zomaar? Mijn moeder riep altijd het hardst: ‘Roken is me enige verzetje, als dat niet meer mag, mag ik helemaal niks meer'! Ze is gestopt met roken door de dokter. Ze had een afspraak met hem gemaakt omdat ze zo ontzettend moe was. Zijn advies was: ‘Stoppen met roken, dan gaat de vermoeidheid vanzelf wel over'. Ze was wel binnen een week van het roken af.
Roken is uit!
Achter elkaar stopten ze. Mijn familie, mijn vrienden, de buren. Het leek wel een dominospel. Roken mocht niet meer in gebouwen en toen kwam er een verbod in de trein en later in cafés en restaurants. Roken was uit, roken was stom!
Ik heb nog heel lang onder afdakjes in de regen gestaan met een shaggie in mijn hand. Mijn merk was Samson. Ik dacht dat ik de enige was die er niet vanaf kwam. Maar na jaren van stoppen en weer beginnen, sloot ik mij definitief aan bij de stoppers. En nu… anno 2023 roken er nog steeds ± 3,5 miljoen inwoners van Nederland. Een lullige 24% (bron).
Vlees
Dit stop-fenomeen zie ik nu ook met vlees. De geruchten zijn dat vlees eten slecht is. De twee kampen zijn er weer. Vlees eten blijkt niet alleen slecht te zijn voor de gezondheid. Wat vooral de boventoon voert, is het vreselijke leed dat de beesten moeten ondergaan (zml-stickers-slechter-leven).
Ik weet zeker dat er over 5 jaar bijna geen stukje vlees te krijgen is bij de Lidl of de Albert Heijn. Als je dan in je karretje een karbonade hebt liggen, word je door de rest van de wereld met de nek aangekeken.
Het mensensoort
Eerst doen we het allemaal. We verdedigen onze slechte gewoontes. Dan zijn er een paar die niet meer meedoen. Zeg maar de stoppers. Wij gaan in verzet, maar later volgen we toch. Dan worden we één van hen. En na een tijdje zijn we het weer allemaal, op wat uitzonderingen na. Er blijven altijd wel een paar vasthouders op hun dak zitten als er een overstroming is.
Ik rook al 11 jaar niet meer en eet nauwelijks nog vlees. Hooguit op een feestje, als het aangeboden wordt. En dan hoop ik, bij elke hap van de kipsaté, dat het kipje een diervriendelijk leven heeft gehad.
Ik ben benieuwd waarmee we gaan stoppen na het vlees. Want we moeten wat te stoppen hebben…