Het was de dag na kerst, de 26e. |
Mijn vader vroeg of ik met hem wilde wandelen. Het was koud en vochtig buiten en de wolken hingen laag, heel laag. Ik had geen zin om te lopen, maar na zo veel bourgondisch eten en drinken was een gezonde wandeling wel nodig. Ik wilde mijn vaders voorstel ook niet weigeren.
In de auto sprak alleen mijn vader; hij was weer aan het mopperen over zijn reuma, de pijn aan zijn knieën en dat de gevulde kalkoen van mijn moeder niet zo lekker was als andere jaren. Ik, lui en onoplettend, in een van mijn melancholische momenten, keek door het raam naar een peloton gewillige wielrenners en probeerde de vorm van het meer in de mist te raden.
De gekozen wandeltocht van Ornavasso naar de Santuario della Madonna del Boden, een veel bezochte Kruisweg, was een moeizaam te belopen pad van bijna 5 kilometers, zeker geen beste keus om een goed humeur te krijgen.
We liepen naast elkaar, hij met zijn wandelstokken, ik met een tak in de rechterhand om mijn verveling te doden. Het ritme van onze stappen was erg laag, de kou ging tot in de botten en het lopen was gevaarlijk door de gladde, met mos beklede stenen. Mijn vader, geduldig en plechtig als een priester, stopte bij elke statie van de Kruisweg en mediteerde over wie weet welke gedachten.
In een moment werd iets wakker in mij, een bron van warmte en energie nam bezit van mijn wil. Wellicht was het de beklemmende mist waarin wij ons bevonden, de stilte van mijn vader of zijn strenge beoordeling van de kalkoen, ik weet het niet meer... Ik weet alleen dat ik met een smoesje afstand nam van mijn vader en na zijn goedkeuring mijn stappen ging versnellen.
Ik kon mijn hart in de keel voelen en de eerste druppels zweet tekenden mijn gezicht en mijn rug. Hoe meer ik naar boven liep, hoe meer ik door de mist aangevallen werd. Ik werd ook onzeker door mijn keus: waarom had ik mijn vader achterlaten, waarom had ik besloten om mijn leven te compliceren, was ik in staat om zo’n snel tempo vol te houden? Verontrustende vragen.
De contouren van de kleine antieke kerk kwamen in zicht. Ik moest een pauze nemen, ademen. Een goede smoes om op mijn vader te wachten. Na slechts een paar minuten zag ik zijn figuur rustig bewegen in de mist. Een glimlach op zijn gezicht. Hij zo fragiel en toch zo sterk dat ik hem stevig wilde omarmen.
Gewijde stilte. Er was niemand op dat puntje van de berg, alleen wij. We gingen naar binnen, op zoek naar warmte en bescherming. Mijn vader stak een kaars aan voor mij, mijn zus en zijn kleinkinderen. Ik werd aangetrokken door een schilderij, de Madonna del Boden, waaronder, jaren eerder, mijn ouders in het huwelijk traden.
Mijn vader zat nog geknield in een biedhouding toen ik naar buiten ging, naar mijn verkozen eenzaamheid. Ik zag nauwelijks de vorm van de kerk en van de fontein met bronwater, ik kon alleen het geluid horen. Vlakbij was een klein restaurantje, een rustpunt voor alle wandelaars en gelovigen en ik hoopte dat het open was. Nee, helaas.
Opeens, als iets bijzonder onverwachts; in die mist, een gloed van blauw! Die overweldigende, verstikkende mist gaf ruimte aan een blauwe strakke hemel. Als een bevrijding kon ik de torenspitsen van mijn geliefde bergen bewonderen, zo mooi en gotisch, de steengroeven waar het marmer van de Dom van Milaan gemaakt is.
Ik werd leeggezogen door deze schoonheid, een openbaring, symbool van hoop, nieuwe perspectieven en vertrouwen in de toekomst. Mijn vader zag de verbazing op mijn gezicht maar hij begreep het niet. Kom papa, we gaan naar beneden, het is tijd om naar huis te gaan, zei ik kalm tegen hem. Maar mijn hart klopte snel van geluk en liefde voor het Leven.
Hoop reikt altijd verder. Ik wens mijn dierbaren en jullie allemaal een welvarend, gezond en hoopvol 2024.